Pater Harry Franssen vierde op
zondag 2 april zijn Gouden Priester- jubileum. En wel in Sterksel, waar hij met
zijn twee medebroeders in de Witte Paters' communiteit leeft sinds zijn
terugkomst uit Afrika in 2005.
50 Jaar geleden vertrok hij als
jong missionaris naar het West Afrikaanse Guinee, dat toen nog een Franse
kolonie was. Na de onafhankelijkheid, gedurende het regime
van President SékouTouré,
werden alle blanke missionarissen het land uit gezet, en moesten ze elders hun
heil gaan zoeken.
In plaats van naar Europa terug te
keren, vonden velen een nieuw missie-terrein in een van de buurlanden. Zo kwam
Harry in Opper Volta terecht, dat later "BurkinaFaso" werd genoemd. Daar moest hij weer opnieuw
beginnen met de plaatselijke talen te bestuderen, en zich proberen in te voegen
in de gewoonten en gebruiken van het land. Maar laten we hem zelf aan het
woord:
Preek
bij mijn jubileummis.
Een Afrikaans spreekwoord zegt: ”Een kind, gedragen op de rug van zijn
moeder voelt de lengte van de weg niet.”
Volgens menselijke maatstaven is
50 jaar een lange weg. Het is ook veel, maar het was wel fijn. Ik denk dat God
mij al die tijd droeg op zijn vleugels, zoals een psalm dat ergens zo
uitdrukt.(cf. Psalm 61,5)
In dankbaarheid wil ik
vandaag daarover getuigen.
Enkele Bijbelteksten die me het
meeste aanspreken, heb ik gekozen als eerste lezing: "Ik sta aan de deur
en klop." (cf. Openbaring 3,20)Het gaat hier niet over een machtige God,
een God opzichter, maar over een God die zich laat kennen als heel bescheiden,
heel terughoudend, als een bedelaar zou je bijna zeggen.
God bedelt om een plaats in ons
leven, God bedelt om wat liefde. Daarom zegt Hij ook: "niet jullie hebben
mij eerst liefgehad, Ik heb jullie liefgehad vanaf jullie begin." Alsof
Hij zeggen wil: Ik kijk niet of je mijn liefde waardig bent, ik leg geen
criteria aan om te zeggen die en die kan ik liefhebben, maar die en die niet.
Zo heb ik het ook heel
mijn leven ondervonden.
Ik vier geen feest omdat ik me
meer begunstigd zou voelen dan iemand anders. Ik vier het feest van God die mij
heel mijn leven lang zijn liefde heeft aangeboden
zonder ophouden. En die mij de durf geeft
mijn deur af en toe op een kier te zetten zodat Hij naar binnen kan glippen. Ik
vier het feest van God die mij zo standvastig trouw is
gebleven en ook een beetje het feest van mijn eigen, nogal wankele trouw.
Een droom
Een paar jaar geleden had ik een
droom. Die ben ik nooit meer vergeten. Ik droomde dat Jezus tegen mij zei:”
Weet je, je moet mij niet serieus nemen. Ik heb nooit bestaan.” En ik
antwoordde:” En toch wil ik je bedanken voor het Evangelie dat jij ons gegeven
hebt en voor de Kerk die jij gesticht hebt. Ook al zou je niet hebben bestaan,
het Evangelie blijft voor mij en voor de wereld heel waardevol. Bedankt.”
Evangelie en de gelovige
gemeenschap, Kerk, horen bij elkaar, onafscheidelijk. De Kerk bestaat om het
evangelie, en het evangelie komt tot zijn recht als het beleefd wordt in een
gemeenschap waar mensen samen getuigen van het evangelie, en het zo tot leven
brengen.
"Per pedesApostolorum"…
Ik kan gerust zeggen dat ik heel
wat afgesjouwd heb om het evangelie bekend te maken aan anderen. In Guinée heb ik, in mijn eerste jaren daar, honderden
kilometers te voet afgelegd om verafgelegen dorpen van de parochie regelmatig
te bezoeken en met de mensen te praten over God, Christus, de Kerk.We hebben samen gezocht naar de manier waarop wij
leven kunnen geven aan het evangelie. Ik heb dat altijd fijn gevonden.
Heb ik ontbering geleden? Naar
maatstaven van hier misschien wel. Ik heb daar eigenlijk nooit bij stil
gestaan. Ik heb het nooit als een ontbering gevoeld. Het is de hartelijkheid
van de mensen, hun geloof, hun ongelooflijke gastvrijheid die mij hebben
gedragen. Daarmee heeft God mij gedragen, al die jaren door.
* God heeft mij gedragen door
middel van mijn familie. Hij heeft mij een prachtige familiegegeven waar we eensgezind en in vreugdekunnen samen
leven
* God heeft mij gedragen door
middel van zovele catechisten en hun families, mensen die de
verantwoordelijkheid op zich nemen om voor een christelijke gemeenschap te
zorgen. Zij zijn het die de ruggegraat vormen van de
Kerk in Afrika. Zonder hen waren we nergens. Het was een voorrecht met zulke
mensen te mogen werken.
* God heeft mij gedragen door
middel van al die leiders van de christelijke gemeenschappen in de dorpen, die
samen met de catechisten de gemeenschappen bezielen. Ook met hen was het
doorgaans fijn werken. Ik heb daarbij prachtige mensen ontmoet.
* God heeft mij gedragen door
middel van al die confraters, medebroeders waarmee ik geleefd heb. Met hen heb
ik heel mooie momenten van vriendschap en vreugde gehad. Door hen heb ik ook
het meest geleden. Iemand zei eens:” Mijn grootste vriend, dat is mijn vrouw.
Mijn grootste vijand, dat is ook mijn vrouw.” Zo was het ook met mijn
confraters. Ik heb door hen geleden, en zij door mij. Maar we hebben elkaar ook
kracht...vreugde....en inspiratie gegeven. We hebben elkaar gevormd door lief
en leed heen.
* Bovenal heeft God
mij gedragen, doordat Hij mij zijn aanwezigheid liet ondervinden in
vervelende omstandigheden van mijn leven. Ik noem dat de knipoogjes van God. Het zijn eigenlijk alleen maar toevallige
omstandigheden die je opbeuren als je in een benarde positie zit, op
ogenblikken van ontmoediging. Ik zag die momenten als knipoogjes van God naar
mij toe, alsof Hij mij zei: "Het
komt wel goed. Wees maar niet bang."
Knip-oogjes van God…
Dergelijke knipoogjes zijn geen
uitzonderlijke gebeurtenissen. Het zijn geen wonderen. Zomaar iets toevalligs.
Ik zal er een voorbeeld van geven:
Elk jaar, in de vastentijd, werden
er in elk dorp van de parochie een paar bezinningsdagen gegeven. Het meeste
onderricht werd door de catechist gegeven. Wij probeerden daar altijd een of
twee dagen bij te zijn. Elk jaar hadden we een ander thema. We hadden toen een
jaar het thema van de familie.
Met de mensen praatten we over de
opvoeding. Ik weet niet waarom, maar ik voelde me zo ontmoedigd door de
reacties van de mensen. Ik dacht: Heel die opvoeding hier loopt op niets uit.
’s Middags ging ik bij de catechist eten. Ik zat apart met de catechist, de
kinderen zaten apart rond hun schotel, en de moeder rommelde wat rond.
Toen de kinderen klaar waren
stonden ze op, liepen naar hun moeder toe en zeiden: "Anba, barka." Mama, bedankt. En moeder antwoordde: "Aw ka barikaAllaye." Bedank God maar. Dat was de eerste keer dat
ik zoiets hoorde, en op slag was mijn ontmoediging voorbij.
"Ik sta aan de
deur en klop.."
Als je attent bent op dergelijke
momenten, betekenen die een ontzaggelijke steun. God staat dan bij jou aan de
deur en klopt. Ben je daar attent op, en je laat God binnen, komt er mét God
licht bij je binnen. Je weet dat je niet alleen bent. God gaat met je mee.
Onzichtbaar, bescheiden maar daadwerkelijk. Voor al
die momenten wil ik God bedanken.
* God heeft mij gedragen met de
groei en de vitaliteit van de Kerk in Afrika.
Allerlei initiatieven worden
genomen door instanties van het bisdom om mensen te ondersteunen: met
coöperaties, met voorlichting op gebied van landbouw, met het oprichten van
banken om krediet te verlenen. Vorig jaar is er een groep van mensen gevormd in
mijn bisdom om hulp te kunnen verlenen bij rechtszaken.
Mensen zijn dikwijls bang, vooral vrouwen, om op te komen voor hun recht. Nu
kunnen ze terecht bij bemiddelaars.
In steden zetten mensen zich in
voor de straatjeugd. Het leven in de dorpen biedt geen werk aan de jongeren. Ze
trekken naar de stad, in de hoop iets te kunnen verdienen. Daar worden ze
uitgebuit door kooplieden die deze jongens of meisjes de hele dag rondlaten lopen met een mand metkoopwaar op hun hoofd.
Voor al hun moeite worden ze maar
weinig betaald. Ze zoeken allerlei klusjes zoals auto wassen, auto bewaken etc.
Die jongeren hebben geen enkele opleiding gehad. Er is een project in de stad
Bobo Dioulasso die jongeren een of andere opleiding
geeft. Een goede kennis van mij werkt daarin mee. Hij leidt jongens op als
timmerman. Ik zou dat project graag willen aanbevelen.
Het is voor mij een gelegenheid om
iets terug te geven voor al het fijne en het mooie dat ik jarenlang in Afrika
heb mogen ondervinden.
Laten we dan samen ons geloof in God, die altijd bij ons is, vandaag op een speciale manier
zingend belijden....